Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als nu het geruis der menigte [86]daarop stil was, zo [87][zonden zij] tot mannen uit de [88]menigte der mensen, [en] daar werden [89]wijnzuipers aangebracht uit de woestijn; die deden [90]armringen aan [91]haar handen, en een [92]sierlijke kroon op haar hoofden. 86. Te weten op het voorzegde bed, dat is, als deze zusters hare verbondshandelingen met die grote uitlandse meesters bestierd hadden, zonden zij naar anderen. Anders, en in hen [namelijk Judea en Israel] was ene stem van een vrolijke menigte; dat is, men hoorde er vreugde [als in hoerenhuizen] over de heidense verbonden, en met de menigte, of vermits de menigte der mensen; [dat is, van het gemeen gepeupel] werden Sabeers aangebracht, enz. 87. Te weten, Ohola en Oholiba. Dit is hier ingevoegd tot aanvulling van den zin, uit vs.40. 88. Dat is, van het gemene volk, of slechte lieden. 89. Of, dronkaards, dronken mensen. Anders, Sabeers, omdat het Hebreeuwse woord beide zou kunnen betekenen, en van de woestijn mede vermeld wordt, zodat men hierdoor allerlei gespuis van vele natien, als Sabeers [van wie zie Job 1:15]; Arabieren, Moren, enz. [zijnde ook tot drinken en zuipen genegen] kan verstaan, tegen wie deze twee overspelige zusters zich als snode vuile hoeren mede gedragen hebben. 90. Of, armgesmijden, braceletien. 91. Te weten dezer hoeren. 92. Hebreeuws, kroon des sieraads.